  | 
            Zaterdag 10 Juni 2006 
                Wells Gray PP - Clinton 
                  
                 | 
          
          
            
              In iedere tuin   staan oude auto’s 
              | 
          
        
        We hebben vannacht niet veel geslapen, bij   iedere ‘piep’ waren we wakker. Om 8.30 uur gaan we er dan toch maar uit. Door   ons slaap gebrek komen we maar langzaam op gang en rijden uiteindelijk om 10.30   uur de camping af.
        
          
            Wanneer we de toegangsweg van de camping   terugrijden zien we twee beren langs de weg. Dit zijn vast de beren die gisteren   door een andere campinggast zijn gezien. We stoppen de camper en maken foto’s .  
                     
            De grootste beer kijkt ons met argwaan aan terwijl de kleine beer lekker   blijft eten van het verse groen in de berm. Op een gegeven moment wordt het de   grote beer toch wat teveel bekijks en loopt hij het bos in. De kleine loopt er   achteraan. 
             
             
            
  | 
              | 
          
          
            |   | 
            De grote beer houdt   alles in de gaten   | 
          
        
        Zo dit is een goed wildlife begin van de dag.   Het enige dier wat nog op ons verlanglijstje staat is de Moose oftewel de eland.   Deze hebben in Noorwegen niet kunnen spotten en hopen hem nu echt hier te zien.   Onze kans daarop wordt steeds kleiner omdat onze verdere route niet meer door   zijn leefgebied loopt.
                
                We rijden verder de hoofdweg af terug richting   Clearwater. Onderweg spotten we nog een keer een beer. Deze loopt aan de rand   van het bos. We blijven hem even volgen totdat hij of zij verder het bos   inloopt. Zo dat waren al drie beren!
                
                Onze route gaat vandaag via Little   Ford,100 Mile House naar Clinton. Het eerste gedeelte van de route vinden we   veel op Frankrijk lijken. 
                
                Bij Little Ford tanken we de camper vol, we   komen voor 100 Mile House namelijk geen dorp meer tegen. Het pompstation is een   alles in één. Ze verkopen er van alles. We kijken even rond en zien bij de   Huis & Tuin afdeling zien we muizenvallen hangen. We vragen ons af wat we   moeten doen. Je zal zien dat als we ze niet kopen de muis weer komt en als we ze   wel kopen de muis wegblijft. We besluiten om de $ 2,36 voor 2 muizenvallen   (frootverpakking) er maar aan uit te geven. Onze nachtrust is meer waard. We   vertellen de cassiere dat we een muis in de camper hadden, nou dat verhaaltjes   ging gelijk heel de zaak door.
                
                We moeten wel lachen als we gewapend met   de 2 muizenvallen de camper weer instappen. Omdat we tijdens het rijden geen   muizenval in onze nek willen krijgen, zetten we ze nog niet op.
        
        
          
            Na de stop van het tanken en de muizenvallen   gaan we de highway 24 op richting 100 Mile House.  
                     
                    Deze Highway mag   eigenlijk geen highway heten want het wegdek is niet al te best en er zitten   veel scherpe bochten in de weg. 
                     
            Het uitzicht is onderweg prachtig, we   komen langs meren en af en toe zie je een ranch. 
             
             
            
  | 
              | 
          
          
            |   | 
            Langs de weg "Lac   de Roches"   | 
          
        
        100 Mile House is één van de oudste plaatsen   (1861) in de Cariboo regio. De plaatsen aan de Cariboo Wagon Road (de eerste weg   is West Canada) werden genoemd naar de afstand ten opzichte van Llillooet.   Lillooet is het begin van de Gold Rush Trail. Omdat de wegenbouwers per mile   betaald werden moeten de afstanden wel ruim genomen worden.
                
                We verwachten   een oude stad aan te treffen maar zien bij het binnenrijden al dat het wel oud   is maar niet zo oud. De gebouwen dateren meer uit de jaren 70 en 80 en zien   eruit als vergane glorie. We rijden even door de hoofdstraat en houden het al   gauw voor gezien. Hier is niets te vinden waar wij een foto van willen   maken.
        
        
          
              | 
            Vlak nadat we uit 100 Mile House zijn   weggereden zien we een zwarte beer de weg oversteken. de auto voor ons moet vol   in de remmen. De beer had er goed de vaart in dus we konden hem niet vastleggen   op de foto. Zo dat zijn al vier beren vandaag. Nu die Moose nog.  
                     
                    De   verdere route naar Clinton is prachtig. Langs de weg groeien velden vol wilde   Lupine, dit geef een blauw waas over het landschap.  
                     
            We komen een paar   dorpen tegen en die heten dan voornamelijk ..... Mile   House. | 
          
          
            Lupine gemixed met   rijpe paardenbloemen   | 
              | 
          
        
        Wanneer we Clinton binnenrijden zien we de   eerste camping. Uhm, hier staan ze zij aan zij op een grasveld. Nee dat is niet   wat wij zoeken. We zoeken het Visitor Center. Omdat Clinton waarschijnlijk te   klein is voor een zelfstandig Vistor Center is dit ondergebracht bij een   antiqair. Voor de deur staan inderdaad een twintigtal oude auto’s (foto boven),   binnen is het nog veel erger. we kunnen bijna niet lopen van de rotzooi. Antique   is echt ver te zoeken. De rommel die hier staat, willen we in de Nederlandse   Kringloopwinkels niet eens meer verkopen.
                
                De eigenaar is de plaatstelijke   gids en verteld ons dat er aan een zijweg, ongeveer 17 km rijden, een mooie   camping aan het Kelly Lake is. Als alternatief kunnen we de hoofdweg blijven   volgen, dan komen we ook nog een aardige camping tegen. 
                
                We besluiten om   voor de mooie camping te gaan en slaan de zijweg in. Na 17 kilometer komen we   inderdaad bij een prachtig meer aan. Maar de camping is niet geschikt voor   campers terwijl we toch duidelijk tegen de ‘antiqair’ gezegd hadden dat we een   camper hebben. Helaas is onze reis nu voor niets geweest en moeten we de 17   kilometer weer terugrijden.
                
                We hobbelen weer terug naar de hoofdweg en   volgen deze todat we bij de volgende camping komen. Deze ligt ook aan een meer   maar dat is stukken kleiner. Het is deze keer geen Provincial Park camping. De   camping, Willow Springs, ziet er redelijk uit en heeft zijn gloriedagen echt   achter zich liggen. Maar de plaats is prachtig, we hebben zelf alle faciliteiten   aan boord en de zon schijnt volop. Wat willen we nog meer.
                
                Doordat we   onderweg weinig stops hebben gemaakt zijn we lekker vroeg op de camping. Zodra   de camper op zijn plaats staat, gaat Marc aan de slag met de muizenvallen.   Daarna genieten we van het mooie weer. Marc wordt al gauw loom van de warmte en   gaat een dutje doen terwijl ik aan de site werk.
                
                Om 20.00 uur eten we en   daarna lezen we wat. We gaan vroeg naar bed.
        
          
              | 
          
          
            
              Standplaats aan het   meer op Willow Springs Campground  
              | 
          
        
        